[Je moet geregistreerd en ingelogd zijn om deze link te kunnen zien.]
De fiscus gaat de regels rond de terugbetaling van het thuisladen van een elektrische bedrijfswagen dan tóch aanpassen. Dat heeft bevoegd minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) in het parlement aangekondigd. Wie vandaag z’n elektrische bedrijfswagen thuis oplaadt, moet op dit moment vrezen voor honderden euro’s extra belastingen. Die onzekerheid wil de minister wegwerken. Al is de démarche slechts tijdelijk. Gisteren waren bevoegd minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) en de fiscus aan onze redactie nog categoriek: wie zijn elektrische bedrijfswagen thuis oplaadt en daarvoor niet de exacte elektriciteitsprijs krijgt terugbetaald van zijn werkgever, riskeert honderden euro’s extra belastingen. Nochtans is die regeling volgens werkgevers in de praktijk onwerkbaar. Het is immers zo goed als onmogelijk om van elk personeelslid te weten hoeveel die thuis precies voor stroom betaalt wanneer die de elektrische wagen oplaadt, zeggen zij. Om die reden kiezen de meeste bedrijven voor een pragmatische aanpak, waarbij ze die werknemers een forfaitaire elektriciteitsprijs terugbetalen. Daardoor riskeren duizenden werknemers echter honderden euro’s extra belastingen als de fiscus die terugbetaling ook effectief als een belastbare vergoeding beschouwt. Maar een dag later keert de minister dan toch zijn kar. In het parlement zette Van Peteghem de deur open voor een tijdelijke oplossing. “Ik heb begrip voor de bezorgdheden van werkgevers en werknemers rond de terugbetaling van elektriciteitskosten”, antwoordde hij op een mondelinge vraag van Steven Coenegrachts (Open VLD). “Maar de paniek die sommige organisaties zaaien, is onterecht. Niemand moet een platte belastingverhoging vrezen.”
Van Peteghem kondigde een rondzendbrief aan “die belangrijke stappen zal zetten om deze kwestie te regelen”, zei hij. “De huidige beschikbare technieken laten niet altijd toe om op eenvoudige wijze de werkelijke elektriciteitskosten bij werknemers nauwkeurig te meten”, erkent hij. Daarom zal de minister toch aanvaarden dat bedrijven de gemiddelde stroomprijs hanteren om hun werknemers die thuis laden terug te betalen. Vanaf wanneer dat het geval is, is echter onduidelijk. Al in 2022 werd een rondzendbrief aangekondigd om de regels “te verduidelijken”. Maar die is er tot op vandaag dus niet gekomen. “Nu wordt er écht werk van gemaakt”, klinkt het op het kabinet. “De rondzendbrief moet de huidige onzekerheid wegnemen. Bovendien gaan we in principe geen retroactieve controles uitvoeren.”
Toch houdt de minister vast aan het principe dat de werkgever de werkelijke elektriciteitskosten moet terugbetalen. “Dat is altijd het basisprincipe voor terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever”, zo luidt het. Daarom zal de forfaitaire vergoeding slechts tijdelijk aanvaard worden. Volgens de minister zijn er immers technologische oplossingen in aantocht die het wél mogelijk maken om op een nauwkeurige manier te meten hoeveel een werknemer precies moet terugkrijgen. Hij verwijst daarbij onder meer naar “een submeter met een afzonderlijk elektriciteitscontract.” Dat is een digitale teller die de stroom die naar je elektrische wagen gaat apart meet en factureert. “Een nauwkeurig en transparant systeem voor het meten van het werkelijke verbruik”, aldus Van Peteghem. “Maar zolang die technologie niet algemeen is ingevoerd, zal mijn administratie een zorgvuldig geselecteerd forfaitair tarief aanvaarden.”