van Gast wo dec 07, 2011 5:44 pm
Verbranding van hout in kachels en open haarden is schadelijk voor de luchtkwaliteit. Dat besluit de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) op basis van een eerste grootschalige studie naar de bijdrage van houtverbranding aan de concentratie van fijn stof in Vlaanderen.
lees het volledige rapport
Chemische karakterisering van fijn stof in Vlaanderen
De studie naar het effect van houtverbranding maakt deel uit van een onderzoek naar de samenstelling van fijn stof dat de VMM vorig jaar voor de derde keer heeft uitgevoerd. Fijn stof, met name PM 10, draagt in grote mate bij tot luchtvervuiling en is schadelijk voor de gezondheid.
Houtverbranding blaast per jaar 2 µm (microgram) PM10 per m³ (kubieke meter) in de lucht. Dat is 7 procent van alle fijn stof in de lucht, ongeveer evenveel als het aandeel van de dieselmotoren in het verkeer. In steden draagt het verkeer meer bij, op het platteland is het omgekeerd. Er is ook een verschil doorheen de seizoenen. Gemiddeld zijn de concentraties aan PM10 in de lucht die afkomstig zijn van houtverbranding, 6 keer hoger in de winter dan in de zomer. Tijdens de winters op het platteland is houtverbranding daar een belangrijke oorzaak van fijn stof en smog.
In de Verenigde Staten bestaat er in de wintermaanden een tijdelijke beperking voor houtverbranding. De VMM suggereert om dat ook bij ons te overwegen.
Wat is fijn stof?
Fijn stof is een verzamelnaam voor in de lucht zwevende deeltjes die kleiner zijn dan 10 µm oftewel micrometer. Micrometer staat daarbij gelijk aan 0,000001 meter, een duizendste van een millimeter. Fijn stof wordt aangeduid met de afkorting PM, wat staat voor particulate matter. Fijn stof wordt onderverdeeld op basis van grootte van de deeltjes.
PM10: deeltjes kleiner dan 10 µm
PM2,5: deeltjes kleiner dan 2,5µm
PM0,1: deeltjes kleiner dan 0,1 µm
Fijn stof komt zo in de natuur voor, maar ontstaat in grote mate door menselijke activiteiten, door verbranding, wrijving of verdamping van fossiele brandstoffen, bijvoorbeeld in het verkeer, de industrie, de landbouw, elektriciteitscentrales en woningen.